As I’m reading a mammoth book at the moment – The Evolution of the Sensitive Soul: Learning and the Evolution of Consciousness by Simona Ginsburg & Eva Jablonka – I’m posting something I’ve written earlier in Dutch, to signal I’m not on a hiatus.
This post is about A Peasant’s Psalm, Felix Timmermans’ best novel. In it, a farmer recounts the story of his life: his connection to the soil which he works & his natural acceptance of his and his family’s fate. It is a life both of hardship and sorrow & of beauty and joy.
Boerenpsalm was translated in German, French, Spanish, Danish, Czech, Norwegian, Polish, Slovakian, Serbo-Croatian, Latvian, Sardinian and Afrikaans. Timmermans’ metaphors are unsurpassed, and lovers of vitalist literature could do worse hunting down a translation: the book is a triumph.
I hope to post that review on the consciousness book in about 2 or 3 weeks.
Felix Timmermans (1886-1947) was bij leven een erg populaire en veelgelezen schrijver. Toch is zijn oeuvre in de vergetelheid geraakt, en wellicht heeft dat met de kwaliteit ervan te maken.
Jeroen Overstijns herlas in 1997 het grootste deel van zijn werk, en weerhoudt enkel Boerenpsalm: “Pallieter blijft een historisch belangrijk curiosum en Boerenpsalm een groots boek.” Volgen Overstijns valt “er weinig moderniteit te ontdekken in het oeuvre van Timmermans, in tegenstelling tot de verzamelde werken van schrijvers als Gerard Walschap, Louis Paul Boon of Cyriel Buysse”.
Overstijns beschrijft in Ons Erfdeel ook Timmermans’ poëtica, “op essentiële punten negentiende-eeuws, of toch op zijn minst premodernistisch. Niet alleen door de preïndustriële setting, de benepen onderdanigheid en de vaak cyclische (agrarische) tijdsopbouw, maar vooral door de onverholen humaniteitsclaim (…) en het in wezen steeds harmonische, overzichtelijke wereldbeeld dat uit de werken spreekt, gevoed door een permanente idealistische onderstroom.”
Boerenpsalm was al jaren niet meer in druk, en door de ijver van Bart Van Loo is er in 2022 een nieuwe, populaire uitgave – inclusief voorwoord, illustraties van Koen Broucke en wat kleine teksten van Gaston Durnez. Het is een fraaie hardcover, en ik ben blij dat het boek opnieuw verkrijgbaar is, want het is inderdaad een groots, meeslepend boek.
Paul de Vree schreef het in 1936 al duidelijk in DWB:
Geen hooge filosofie, geen verfijning, geen weekdoenerij, maar de openhartige, eenvoudige, onmiddellijke biecht van den eenzaat die een boer is in strijd met zijn zwakten, zijn have, zijn grond en God. Graag vertelde ik de vreugden en de bekommernissen van dezen Wortel (…) Maar dat alles vertelt ge niet met de kracht, de spanning en de beladenheid die van Timmermans’ woorden uitgaat. In langen tijd heb ik geen werk onder handen gehad dat zooveel klimaksen bereikte binnen het bestek van een paar honderd bladzijden.
Boerenpsalm is een genot om te lezen, omwille van Timmermans’ taal en het krachtige verhaal van boer Wortel.
Mijn enige voorbehoud is misschien het quasi afwezig zijn van politiek. Timmermans schiep met zijn boer Wortel een personage dat tegenslagen kent, geliefden ziet sterven en uitgebuit wordt door hoge heren, maar dat, ondanks periodes met veel negatieve gevoelens, uiteindelijk toch content is en blijft.
Is Timmermans daardoor schuldig aan collaboratie met de uitbuiters? Relativeert hij zo niet te sterk de structurele ongelijkheden en de onrechtvaardigheden door iemand te laten zien die simpelweg een content karakter heeft, iemand met een groot talent voor geluk? Het antwoord op die vraag is wellicht ja. Bouwt iemand die niet afbreekt immers wel echt op?
We kunnen Timmermans zeker niet beschuldigen dat hij de miserie en het ongeluk dat de kleine man te beurt valt onder de mat veegt. Maar hij onderzoekt de machtsmechanismen amper, het blijft bij een enkele verwijzing naar de kasteelvrouw van wie hij zijn boerderij huurt, en één keer merkt Wortel op dat de wereld slecht verdeeld is: “Dat God de hazen en de fazanten alleen voor de kasteelheren geschapen heeft, gaat er bij mij niet in.”
Langs de andere kant zou je kunnen zeggen dat Timmermans louter een bepaald aspect van de werkelijkheid toont: er bestaan toch arme mensen die ondanks alles content zijn? Dat kan best zijn, maar dat gaat voorbij aan de kern van de zaak: als die tevreden arme mensen niet arm zouden zijn, en niet uitgebuit zouden worden, dan zouden ze nog contenter zijn, nog gelukkiger, met significant minder besognes & kopzorgen.
Bovendien: wat is content? Speelt er soms geen zelfbedrog: “Wat zou ik met een kasteel kunnen doen als er geen mesthoop vóór de deur ligt en de kiekens niet in huis floreren?” Het is in dat verband tekenend dat ook de blinde dochter zich duidelijk schikt in haar eigen lot: ze is liever blind dan doof of zonder reukzin, terwijl het overduidelijk is dat blind zijn een veel grotere beperking is dan niet kunnen ruiken of doof zijn. Op die manier laat Timmermans – al dan niet onbedoeld – toch een deel van een machtsmechanisme zien: mensen die zich schikken in hun lot.
Continue reading →
Like this:
Like Loading...