I’m slowly working my way through the oeuvre of the Flemish cult writer J.M.H. Berckmans, who died of chronic health problems due to heavy drinking in 2008 – a slow suicide. He was bipolar and suffered from paranoid anxiety. His books are hard to find and long OOP, but over the years I’ve managed to collect most of his work. This particular book seemed like the logical one to read right now, given the covid pandemic that’s ravaging the world. The title is a bit idiomatic, but could be translated as ‘Bad news for Dr. Poof the Worm-seamer, Pandemonium in the Grayzone’.
The rest of this post will be in Dutch, but stay tuned for a review of Dune Messiah. I hope to further explore the themes of my long analysis of Dune itself, and see how Herbert’s stance on determinism & love for tragedy evolves throughout the series.
Ik heb al wat geschreven over Jean-Marie Berckmans, en ik ga proberen mezelf hier niet te herhalen. Lees dus eventueel eerst mijn eerbetoon aan de man waar ik ooit het podium mee deelde op een literaire avond in een jeugdhuis. Ik heb ook Taxi Naar De Boerhaavestraat uit 1995 gerecenseerd – met ontluisterende foto’s van diezelfde literaire avond, want het geromantiseer van Berckmans’ zogenaamde rock ‘n roll dat je hier en daar al eens tegenkomt is totaal misplaatst. Tot slot, hier nog drie alinea’s over de J.M.H. biografie van Chris Ceustermans die 10 jaar na zijn dood verscheen. Meer linkjes vind je onderaan.
Slecht nieuws voor Doctor Paf de Pierennaaier, Pandemonium in de Grauwzone is kort, zoals de meeste van Berckmans’ boeken – slechts 132 pagina’s. Het is wat radicaler dan Taxi Naar De Boerhaavestraat door zijn rechtlijnige vastberadenheid, ook al zijn de meeste thema’s grotendeels hetzelfde: angst, armoede, drinken als schild en medicijn, de stront van het leven.
De openingsscène is fantastisch – het is winter, en de Creutzfeldt-Jakob epidemie houdt huis in de Grauwzone – de nieuwe naam voor Barakstad: Berckmans’ Antwerpen rondom Café De Raaf in de Lange Lozanastraat. Het uitbreken van de dollekoeienziekte moet voor Jean-Marie een soort bevestiging zijn geweest: plots wordt de gehele wereld gedwongen om mee paranoia te zijn.
Maar al snel krijgt het boek iets monotoon. Een van de kwaliteiten van Taxi… was net de afwisseling: elk deel had een eigen karakter. Niet zo in Slecht nieuws: dat is geen afwisseling van verhalen en korte stukken en brieven zoals in zoveel van Berckmans’ andere boeken, maar een aaneenschakeling van korte teksten in dezelfde setting, met een duidelijke chronologie. Dit is een verhaal met een begin en een einde.
Die monotonie maakt van Slecht nieuws geen makkelijke hap. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat dit volgens Ceustermans het minst opgemerkte werk van Berckmans is – er werden “niet eens vierhonderd exemplaren” van verkocht. De fantastische cover – een collage die Albert Szukalski maakte op basis van een schilderij van Otto Dix – heeft blijkbaar niet geholpen. Ik vond geen enkele recensie online, en ook toentertijd verschenen er amper iets in de gedrukte pers. Dat wat verscheen was volgens Ceustermans allemaal negatief. Herman Jacobs in De Morgen “beschouwde het als Berckmans’ zwakste boek, totaal onsamenhangend.”
Ik vind die laatste opmerking van Jacobs totaal maar dan ook totaal onbegrijpelijk – Slecht nieuws is het meest samenhangende boek van Berckmans dat ik al heb gelezen. De sleutel tot het boek zit in de titel, die terugkomt in het boek zelf. Op bladzijde 89 gebeurt dit:
Professor Fussbett heeft plotser dan plotseling z’n tijdelijke beslommeringen met z’n eeuwige verwisseld. Slecht nieuws voor Doctor Paf de Pierennaaier. Pandemonium in de Grauwzone. All systems disconnected, (…)
Voor een goed begrip: Doctor Paf de Pierennaaier is een alterego van Berckmans, en Professor Fussbett is zijn vader. Gans Slecht nieuws is een eerste poging van Berckmans om de dood van zijn vader te verwerken. Hij was al aan het boek bezig voor z’n vader stierf, maar Berckmans schaafde eeuwig aan zijn teksten, en het overlijden heeft ongetwijfeld impact gehad op de algehele structuur en dat wat al geschreven was. Dat de uiteindelijke titel uit die cruciale passage komt is veelzeggend.
Het moet voor de geniale Berckmans moeilijk zijn geweest om op 45-jarige leeftijd terug boven zijn ouders te moeten wonen – zeker na zijn luxueuze avonturen als zakenman in Italië. Het is opnieuw veelbetekenend dat het eerste hoofdstuk “Tussen hangen en wurgen met Kamelia en Professor Fussbett” heet – Kamelia is zijn moeder. De plek waar hij met zijn ouders woont is “het centrum van elke pijn en alle pijnen”. Het boek heeft zo vaag iets gemeen met De Avonden – en de dood van vader brengt zowel verlossing als ontreddering.
Ceustermans benadrukt in de biografie een zekere onverschilligheid en zelfs een lacherigheid van Berckmans over zijn vaders dood, maar in Slecht nieuws blijkt toch dat de impact groot is: Paf de Pierennaaier “is ook nog totaal zot geworden” en wanneer hij onder één dak achterblijft met zijn moeder, in “het Kot en de Zweetdoos”, is er helemaal geen uitweg meer, en maakt paniek zich van hem meester. De “gitzwarte randen” van zijn vingernagels zijn “de rouwranden” geworden.
Berckmans moet goed hebben beseft wat voor zware last hij moet zijn geweest voor zijn moeder.
Steeds weer, steeds weer, bestudeert Kamelia de toerekeningsvatbaarheidstabellen van Doctor Paf de Pierennaaier maar ze kan er vooralsnog weinig uit opmaken dan pathologische broekschijterij (…)
Communiceren loopt moeilijker dan ooit.
En er is geen intercom tussen de Zweetdoos en het Kot, er is geen gesprek nu mogelijk tussen Doctor Paf de Pierennaaier en Moeder Kamelia. Wat moet er gebeuren, wat kan Doctor Paf de Pierennaaier nog ondernemen, welke stappen, tegen de totale asfiksie, tegen de algehele verstikkingsdood.
Slecht nieuws is verstikkend, en er valt weinig in te lachen. In veel van zijn ander werk zit heel wat humor verscholen – vaak zwart, zeker – maar zulks ontbreekt hier quasi totaal. En hoewel deze tekst misschien nog best kan benaderd worden als een lang gedicht, is Berckmans deze keer precies ook iets minder een chroniqueur van de spreektaal – een van zijn grote sterktes. Wanneer dan toch af en toe echo’s van doorleefd taalgebruik weerklinken, zijn ze des te scherper.
Kamelia slaapt de slaap van de eeuwige poetsvrouw en droomt dat ze ergens op een post de ruiten aan het zemen is. Ze zullen weer vuil geweest zijn.
Wat ook opvalt is de hoge mate van constructie: dit ab-so-luut geen onsamenhangend dronken gebral, ook al lijkt het soms zo. Passages en verwoordingen komen vaak terug, al dan niet gemuteerd. Berckmans was eind jaren ’90 nogal geïnspireerd door free jazz – dat blijkt ook uit een aantal verwijzingen naar muzikanten – en je zou deze herhalingen kunnen beschouwen als terugkerend motieven in georkestreerde chaos.
Ik kan begrijpen dat Berckman’s negende boek niet zo goed werd onthaald, maar het zou fout zijn dit boek af te doen als zwak of fragmentair geëxperimenteer met “muzikale sample-technieken” en “postmodernistische boventonen.” Het boek is meer dan de moeite waard voor elke liefhebber van Berckmans. Het is niet zijn beste werk, nee, maar dat maakt het niet slecht of zwak. Los van de literaire kwaliteiten lijkt het me zelfs verplichte kost voor elke Berckmansfanaat, omwille van de bijzondere plaats die het inneemt in Berckmans’ leven.
Toegegeven, voor mensen die nog niets van Berckmans hebben gelezen is Slecht nieuws zeker geen goed startpunt. Voor beginners raad ik Je kunt geen twintig zijn op suikerheuvel uit 2006 aan, het laatste boek dat tijdens zijn leven is gepubliceerd: dat wil nog wel eens in een bibliotheek te vinden zijn. Ook de recente bloemlezing Verhalen uit de Grauwzone kan misschien dienst doen, al heb ik die nog niet gelezen en kan ik dus weinig zeggen over de selectie. Het is alvast nog vlot verkrijgbaar dankzij Uitgeverij Vrijdag.
Er zijn trouwens wel een aantal titels als e-boek in de handel. Het gaat om Na het baden bij Baxter en de ontluizing bij Miss Grace – het eerste boek gepubliceerd na de dood van zijn moeder, die amper 6 maanden na zijn vader stierf, Bericht uit klein Konstantinopel – over zijn jaren in de Brederodestraat, de geroemde verzameling Berckmans’ beste, Taxi naar de Boerhaavestraat, het postuum uitgegeven 4 Laatste verhalen en enige nagelaten brieven, Het zomert in Barakstad – algemeen beschouwd als zijn beste boek, en Brief aan een meisje in Hoboken – de heruitgave van zijn atypische debuut Geschiedenis van een revolutie uit 1977.
Berckmans trok eind jaren ’90 veel op met Albert Szukalski, beeldhouwer en lotgenoot. Szukalski speelt een belangrijke rol in Slecht nieuws en is Doctor Paf’s beste vriend, zo blijkt. De bekende beeldengroep Dialoog uit 1974 die in het Antwerpse Middelheimpark staat is van hem. Szukalski zal niet zo lang na het verschijnen van Slecht nieuws ook overlijden – in 2000. Gek genoeg vat het kunstwerk de sfeer van Slecht nieuws bijzonder goed.
Meer over Berckmans? Lees mijn eerbetoon 8 jaar na zijn overlijden, en recensies van Taxi naar de Boerhaavestraat, Café De Raaf nog steeds gesloten, Vergeet niet wat de zevenslaper zei en Brief aan een Meisje in Hoboken / Geschiedenis van de Revolutie. Ik schreef ook iets korts over de biografie door Chris Ceustermans.
Consult the author index for my other reviews, or my favorite lists.
Click here for an index of my non-fiction or art book reviews, and here for an index of my longer fiction reviews of a more scholarly & philosophical nature.
Staying tuned!
LikeLiked by 1 person
Wist niet dat je ook Nederlander was… Ahoy!
LikeLiked by 1 person
Ik ben Belg, geen Nederlander 😉
LikeLiked by 1 person
Whoops! My bad🙈.
LikeLiked by 1 person
Pingback: Weighing a pig doesn't fatten it.